Eindigen bij de zuivere Liefde — Evelyn Underhill

Evelyn Underhill (1875-1941) is voor veel mensen geen onbekende, dankzij haar talloos vaak uitgegeven en vertaald meesterwerk Mysticism. Haar ouders en haar echtgenoot waren liberale en begoede juristen, maar een diepe honger bracht haar ertoe vanaf haar eerste huwelijksjaar te studeren over het fenomeen van de mystiek. In 1911 kon zij haar grote werk publiceren. Zij schreef nog vele anderen boeken en bijdragen, maar het is toch vooral Mysticism dat haar grote aandacht opbracht en de gelegenheid tot vele spreekbeurten — tot op de Britse radio en aan Britse universiteiten. Zij kreeg ook veel mensen in geestelijke begeleiding en zou later vooral retraites gaan geven.

Een keerpunt in haar leven kwam vanaf de jaren 1921 toen zij zelf begeleiding zocht bij de befaamde baron Friedrich von Hügel, die een huiver had voor ‘monisme’ (de visie dat alles ofwel materie ofwel geest is) en haar aanmaande om haar neiging tot transreligiositeit te beteugelen en te kiezen voor het Anglicanisme: ‘je zichtbare religie zal je onzichtbare religie beveiligen, en je onzichtbare religie zal frisheid en variëteit geven aan je zichtbare religie’. Zo begon zij later meer en meer te insisteren op religie die concreet is, belichaamd in een specifieke cultus.

Het neemt niet weg dat haar basisinzicht over mystiek juist blijft: mystiek is niets abnormaals maar de volle ontwikkeling van het menselijke bewustzijn, waarbij iemand geleidelijk aan buiten de grenzen van het eigen ego kan breken en de wijdte aannemen van het universum zelf, van de goddelijke Werkelijkheid die alles omvat:

Ik beschouw [mystiek] als de uitdrukking van de ingeboren neiging van het menselijke bewustzijn naar een complete harmonie van transcendentale orde, welke ook de theologische formulering moge zijn die men gebruikt om deze orde uit te drukken. Deze aspiratie gaat bij de grote mystici geleidelijk aan geheel het veld van het bewustzijn in beslag nemen. Zij beheerst hun leven en bereikt zijn doel in de ervaring van de ‘mystieke vereniging’. Men noeme dit doel de God van de christenen, het universele Ziel van het pantheïsme, het Absolute van de filosofie, in elk geval zal het verlangen om dit te bereiken en de beweging ernaartoe het ware voorwerp van de mystiek vormen, zolang deze voortkomen uit een oprechte, vitale onderneming, en niet zomaar uit intellectuele speculatie. Ik geloof dat deze aspiratie op authentieke wijze de hoogste ontwikkeling van het menselijke bewustzijn vertegenwoordigt. … Religie wordt steeds transcendenter met de menselijke ontwikkeling. Beginnend bij zwarte magie eindigt zij bij de zuivere Liefde. Waarom heeft het kosmische Bewustzijn dit religieuze instinct ontwikkeld? … Het scheppende en vrije Zelf is ons diepste leven en niet het kleine fragment van bewustzijn dat er de dienaar van is. Hoe zal de kleine persoonlijkheid van de gewone mens, op zoek naar zelfbewustzijn, zijn grotere Zelf op het spoor komen dat vrij, eeuwig en geestelijk is? 1

Er schuilt misschien wel iets teveel optimisme en vooruitgangsgeloof in haar idee dat de religies ook als collectief gegeven onvermijdelijk naar deze steeds hogere vrijheid en liefde evolueren. In elk geval is mystiek de oneindige Liefde toelaten onze eindige liefde steeds verder te verwijden.

Het is het aanvoelen van alle religies: in het diepste middelpunt van onszelf zijn wij vrijheid en universele liefde.


1 Evelyn Underhill, Mysticisme. Etudes sur la nature et le développement de la conscience spirituelle de l’homme, Le Tremblay, 1995, pp. 24v.56.77.