Een gids voor al wie perplex is — Mozes Maimonides

Maimonides is een nog weinig gekende Joodse filosoof in onze streken. Ooit was dat anders: iemand als Thomas van Aquino liet zich diepgaand inspireren door hem. Nochtans is Maimonides een heel actuele denker. Zijn denken wordt wel eens therapeutisch denken genoemd.

De titel van zijn hoofdwerk geeft aan waar het hem om te doen is: toen (hij het schreef) net als nu zijn mensen perplex. De mono-waarheid van de joods-christelijke traditie is eerst onderuit gehaald en vervangen door de mono-waarheid van het rationalisme dat algauw evenzeer desastreus heeft gewerkt sinds het opkwam. Nu is er de pluri-waarheid, zo bont en verscheiden dat de mens niet meer kan en niet meer wil kiezen: waarheid verminkt en doodt. Weg dus met de waarheid, zou een postmodernistische slogan kunnen zijn. Het leidt niet zelden tot nihilisme, dat al even heilloos is.

Voor Maimonides ligt ons angstige zoeken naar absolute waarheid aan de basis van onze problemen; absoluutheid is niet van deze wereld. Op deze diagnose volgt een therapie, die erin bestaat te leren vrede te nemen met perplexiteit. Er is een vorm van leven in de waarheid mogelijk: het leven met perplexiteit, met waarheid die steeds ontsnapt, steeds onzeker en contradictorisch is, ons onthutst maakt. Zijn Gids voor perplexe mensen is dus in feite een gids in het leven met ‘therapeutische perplexiteit’, uitmondend in het gevoel van verwondering over de wereld (‘liefde Gods’) en het gevoel van de kleinheid van de mens (‘vreze Gods’). Aan het eind ervan opent hij daartoe drie wegen; het zijn de drie laatste hoofdstukken van zijn Gids (3,1-53).

Zijn eerste weg is mystiek: dit is het ingaan op een kennis die niet meer rationeel is, maar (zonder irrationeel te zijn) de rationaliteit overstijgt: mystieke kennis, die niet ‘iets’ gelooft over het Ultieme, maar in de duisternis volhardt omtrent het Ultieme, dus kennen door niet-kennen. Hij noemt dit de ‘aanbidding van het hart’:

De Torah heeft duidelijk gemaakt dat deze laatste vorm van aanbidding waarop we in dit hoofdstuk de aandacht hebben gevestigd, alleen kan worden beoefend nadat de kennis is bereikt. Er staat: ‘De Heer, uw God, liefhebben en Hem dienen met geheel uw hart en met geheel uw ziel’ (Deut. 11:13). Nu hebben we verschillende keren duidelijk gemaakt dat liefde in verhouding staat tot kennis. Na de liefde komt deze aanbidding, waar ook de aandacht op is gevestigd door de wijzen, moge hun herinnering gezegend zijn, die zeiden: ‘dit is de aanbidding van het hart’. Naar mijn mening bestaat deze erin om na te denken over het Eerst Intelligibele en om zich er uitsluitend aan te wijden voor zover dit binnen iemands capaciteit ligt. Zo zult u merken dat David Salomo aanspoorde en hem in deze twee dingen versterkte, ik bedoel in zijn poging om Hem te aanbidden, nadat de kennis is bereikt. Hij zei: ‘En jij, Salomo, mijn zoon, ken jij de God van je vader en dien Hem, enzovoort. Als u Hem zoekt, zal Hij van u worden gevonden, enzovoort’ (1 Kronieken 28, 9). De vermaning verwijst altijd naar intellectuele kennis, niet naar verbeelding; want denken met verbeelding wordt geen kennis genoemd, maar dat wat in je opkomt (Ezechiël 20, 32). Het is dus duidelijk dat na kennis moet worden gestreefd naar totale toewijding aan Hem, en dat het intellectueel denken moet ingezet worden om Hem voortdurend lief te hebben. Dit wordt meestal bereikt in eenzaamheid en alleen-zijn. Daarom blijft elke excellente mens vaak in eenzaamheid en ontmoet niemand, tenzij het nodig is. 1

Zijn tweede weg is liturgisch: de voorgeschreven morele wetten en rituelen blijven uitvoeren als een blinde trouw en overgave aan het Godsmysterie, dat precies alleen door zuivere intentie te benaderen is dwars doorheen onze al te menselijke handelingen en riten.

Zijn derde weg is sociaal-politiek: door zich in te zetten in de samenleving. De nooit-bevredigde kennisdrift wordt omgezet in inzet voor het rijk Gods in de wereld. (We herkennen hier de drie vormen van yoga: jnana-, bhakti- en karmayoga.)


1 Micah Goodman, Maimonides and the Book That Changed Judaism, JPS, Philadelphia, 2015, ch. 17-18.