‘Alle mensen zijn mijn broers en zussen’ — Zhang Zai

Omdat vooral het christendom God als vader ziet en daarom de mensen als broers en zussen ligt het voor de hand ‘zusterlijkheid’ vooral in christelijke bronnen te zoeken. Maar ook in andere religies en met name in het confucianisme leeft deze gedachte heel sterk:

Hemel is mijn vader en Aarde mijn moeder, en zelfs zo’n klein schepsel als ik vindt een intieme plek tussen hen in. Daarom, datgene wat het universum vult, beschouw ik als mijn lichaam en datgene dat het universum bestuurt, beschouw ik als mijn natuur. Alle mensen zijn mijn broers en zusters, en alle dingen zijn mijn metgezellen. De grote heerser [de keizer] is de oudste zoon van mijn ouders [Hemel en Aarde] en de grote ministers zijn zijn rentmeesters. Respecteer de ouderen – dit is de manier om hen te behandelen zoals ouderen behandeld moeten worden. Betoon naastenliefde aan de wezen en de zwakken – dit is de manier om hen te behandelen zoals de jongeren moeten behandeld worden. 1

Deze Chinese, ethische religie (sic!) ziet de individuele mens als een knooppunt in een web van relaties en het doel van het bestaan in de medemenselijkheid. De neo-confucianistische Zhang Zai (1020-1078) is een goed leerling van Confucius en anderen als Mencius: hij ziet de menselijke natuur als wezenlijk goed, maar toch bedreigd door erfelijkheid en opvoeding. Daarom moeten mensen elkaar steeds aanstuwen om de broederlijk-zusterlijke genegenheid te voeden: ‘zelfcultivering’ heten ze dit. Deze ecologie van de medemenselijkheid omvat echter ook alle wezens in de kosmos.

In deze tijd klinkt de oproep om de ouderen en zwakkeren in onze samenleving liefdevol te omzorgen zoals ‘Hemel en Aarde’ ons omzorgen wel héél actueel. En bedenk: dit komt van Chinese bodem…

Zelfs zij die moe en krachteloos, kreupel en ziek zijn, zij die geen broers of zusters, vrouwen of echtgenoten hebben, zijn allen mijn broers die in nood zijn en niemand hebben tot wie ze zich kunnen wenden. 2


1,2 Zhang Zai, Westelijke inscriptie, in Karen Armstrong, De verloren kunst van de heilige geschriften, De Bezige Bij, Amsterdam, 2019; aangepast.