God in alles — Abhinavagupta

Abhinavagupta (950-1016) mag een bijna volslagen onbekende zijn in onze contreien, toch is hij één van de allergrootste filosofen en mystici van het hindoeïsme, te vergelijken met iemand als Shankara. Waar deze laatste gezien wordt als dé mystieke filosoof van het vedantijnse hindoeïsme, ziet men Abhinavagupta als de grootste meester van het tantrische hindoeïsme. Hij schreef behoorlijk veel, onder andere een traktaat over esthetiek dat tot op de dag van vandaag maatgevend is in de Indische wereld. Zijn hoofdwerk is echter het encyclopedische Tantraloka, waarin hij alle grote tantrische stromingen samenvoegt in een grootse synthese. Het tantrisme is niét de fysieke minnekunst die het Westen er soms van maakt, maar een alomvattende wereldbeschouwing waarin het spirituele en het materiële heel nauw met elkaar verbonden worden.

Abhinavagupta schreef ook poëtische hymnen waarin hij de Godheid en de weg ernaartoe bezingt. Eigen aan zijn denken is het beklemtonen dat het Ultieme dermate aanwezig is in alles en als alles, dat er in feite geen weg naartoe bestaat; de weg ernaar vormt een misleiding, dat is op de ladder willen kruipen terwijl je reeds boven bent. Er is echter wel bijzondere genade voor nodig om dit te beleven — en daarom biedt hij in tweede instantie toch wegen naar het Ultieme aan… De eerste weg is die van de zuivere liefde of van de wil. Als ook dat nog teveel gevraagd is biedt hij een tweede weg aan van de kracht van het denken. Voor wie ook dit nog te moeilijk is stelt hij tenslotte een derde weg voor die via het lichaam gaat, d.w.z. via concrete, praktische oefeningen.

In één van zijn hymnen gaat het over deze eenheidsbeleving. De eerste strofe probeert duidelijk te maken dat we altijd reeds één zijn met het Ultieme. Het is het goddelijke Bewustzijn dat het hart van ons dagelijkse bewustzijn is, maar dat we niet gewaar worden omdat we denken dat we slechts een uniek, concreet en afgebakend ikje hebben in tijd in ruimte, in dit specifieke lichaam.

In deze hoogste staat van allerhoogste Godsbewustzijn is er geen behoefte aan spirituele vooruitgang, geen contemplatie, geen kunst van uitdrukking, geen onderzoek, geen meditatie, geen concentratie, geen recitatie, inspanning of oefening. Vertel me dan, wat is de allerhoogste en welbepaalde waarheid? Luister hier inderdaad naar! Geef niets op en accepteer niets, geniet van alles, blijf zoals je bent! (str. 1) 1

De grond voor deze bewering en beleving is dat alles zich immers in ons bewustzijn afspeelt: al wat we denken, voelen, doen, beleven. Er mag best een werkelijkheid buiten ons zijn, maar we beleven die altijd in de ruimte van ons bewustzijn. Dingen en gebeurtenissen bevolken ons bewustzijn maar zijn ook steeds dit bewustzijn. Zij kleuren en beperken ons bewustzijn maar tegelijk is dit bewustzijn altijd ook één en hetzelfde bewustzijn, puur en gelukzalig en één. We kunnen onze aandacht richten op die steeds wisselende ervaringen van pijn en genot, maar we kunnen onze aandacht ook richten op dat eeuwige gelukzalige bewustzijn — dat in het (vedantijnse en tantrische) hindoeïsme niets anders dan het Ultieme, het Goddelijke is.

Wat voor gepraat kan er zijn in de eenheid van die allerhoogste staat van Godsbewustzijn, en welk gedifferentieerd pad van aanbidder, aanbedene en aanbidding? Voor wie en met welke middelen zou een progressie kunnen werken; of wat zou het vorderen van het doordringen in het Zelf kunnen zijn? Wonder der wonderen! Hoewel zij gedifferentieerd lijkt, is deze illusie niets anders dan bewustzijn – één zonder een tweede. Alles is niets anders dan de pure essentie van je eigen Zelfervaring, dus waarom zou je je tevergeefs zorgen maken? (str. 3) 2

Uit deze theologie volgt dus een soteriologie of verlossingsleer. Als het Goddelijke in alles aanwezig is, kunnen we het ook in alles en in alle omstandigheden beleven, er ons geluk en onze bevrijding in vinden. Alle wereldse vreugde is slechts een afstraling van die eeuwige Vrede, sterker: zij is er een uitdrukking van, een fragment, een sacrament.

Men kan de gelukzaligheid van deze staat niet vergelijken met de bedwelming van rijkdom of wijn, noch met de vereniging met een geliefde vrouw. De schitterende lichtstroom is anders dan de verzameling stralen van een lamp, de zon of de maan. Deze buitensporige vreugde van het Zelf is alleen vergelijkbaar met het gewicht van die gelukzalige staat die neerdaalt wanneer iemand wordt bevrijd van alle differentiatie. De stroom van dit allerhoogste bewustzijn is de staat van universele eenheid, die niets anders is dan je eigen schat en verblijf dat je tijdelijk was vergeten. (str. 4) 3

Kwaad en lijden ontstaan wanneer deze goddelijke Identiteit vergeten wordt en onze eigen ervaring zich verwijdert van die goddelijke essentie en onheil sticht in zich en om zich heen. De boosdoener en de lijdende kan echter de weg terug gaan naar deze ervaring van de goddelijke Vrede.

Aantrekking en afstoting, plezier en pijn, opstaan en ondergaan, zelfvertrouwen en depressie; al deze staten waarmee het universum is gevormd, schijnen als onderling verschillend, maar in werkelijkheid zijn ze dat niet. Telkens wanneer je de specificiteit van iets waarneemt, zou je op dat moment de essentie van je eigen bewustzijn als één ermee moeten waarnemen. Waarom zou je geen behagen scheppen in de volheid van dat bewustzijn? (str. 5) 4

Ook kwaad en lijden komt uiteindelijk van God, in deze visie. Alleen is het zichzelf kwijtgespeeld als God en moet het zichzelf terugvinden. Het zij duidelijk dat dit geen evident antwoord is op het mysterie van lijden en kwaad — maar er bestaan nergens evidente antwoorden daarop.

De vrucht van een dergelijke religieuze en mystieke beleving is in elk geval een complete vrijheid. Steeds weer komt Abhinavagupta terug op deze kern van het spirituele leven als zijnde vrijheid. Mystiek en vrijheid zijn voor hem identiek.

Echt of onwerkelijk, klein of overvloedig, eeuwig of kortstondig, wat gekleurd is door de illusie van differentiatie en wat puur is in het eigen Zelf, in werkelijkheid verschijnt dit universum, dat uit je eigen bewustzijn oprijst en één wordt met je essentie, verheerlijkt in de spiegel van Bewustzijn. Na de verhevenheid van het universum te hebben vastgesteld en de grootsheid van het vestigen van je eigen Zelfervaring te hebben begrepen, geniet van universele soevereiniteit. (str. 8) 5


1-5 Abhinavagupta, Anuttarastika, vertaald in het Engels door de Franse specialiste Lilian Silburn, op http://www.abhinavagupta.org.