De kern van het leven is liefde — Omar Khayyam

Omar Khayyam plaatst ons voor een fenomeen dat heel interessant is: een levenswijze waarbij de grens tussen genotzucht, filosofische levenskunst en mystieke religiositeit vervaagt. Khayyam werd geboren in het actuele Noord-Iran in 1048 en stierf in 1131. Hij ontwikkelde zich tot een belangrijk wiskundige, astronoom, filosoof en dichter. Het is de Engelse dichter Edward FitzGerald die zijn kwatrijnen meesterlijk vertaalde en bekend maakte in de twintigste eeuw.

Reeds tijdens zijn leven was de poëzie van Khayyam controversieel. Het lijken filosofisch getinte drinkebroerliederen, die heel divers kunnen geïnterpreteerd worden:

Gezien we over waarheid noch zekerheid beschikken / verspil je leven niet in twijfels over een sprookjesland! / O laat ons de beker wijn niet weigeren, / want, sober of dronken, we verkeren enkel in onwetendheid.

Ik ben niet goed voor de moskee en al evenmin geschikt voor de Kerk, / ach God alleen weet welk soort klei ik ben. / Geen geloof, geen weelde, geen hoop op een paradijs; / ik ben als een huiselijke hoer en als een heidense landloper. 1

Is dit eerder laag-bij-de-grondse oppervlakkigheid, of filosofisch epicurisme en scepticisme, of verdoken mystieke poëzie zoals bij soefi’s als Hafiz en Saadi?

Sommigen brengen ons naar hier, anderen leiden ons weg, / maar waarom dat schouwspel moet, dat zeggen ze nooit erbij. / Ach Heer! Geef me deze éne genade: het hart dat ik van U kreeg berg ik weer bij U.

De wereld is een schets die onze fantasie tekent in de lucht / deze authentieke waarheid wordt gezien met wijsheid’s ogen. / Daarom: blijf rustig, geboeid door de genade van de Meester, / ver van fantasieën en al hun leugens.

HIJ IS en niets dan Hem bestaat — dat weet ik. / Deze waarheid is wat het boek van de schepping toont. / Toen het hart leerde zien door zijn Licht, / veranderde goddeloze duisternis in gelovige gloed. 2

Tegen de eerste en tweede interpretatie voert men aan dat in zijn filosofische geschriften een vrij orthodox theïstisch geloof lijkt gehuldigd te worden en dat Khayyam ooit een pelgrimstocht naar Mekka maakte om zijn orthodox geloof te bewijzen (?). Het zou FitzGerald aangewreven worden dat hij het hedonistisch scepticisme al te zeer in de verf zette met zijn vertaling. Maar tegen de derde verklaring pleiten expliciete verzen van Khayyam zelf, net als het feit dat grote soefi’s zoals Shams van Tabriz of Attar niets moesten hebben van Khayyam.

Misschien is een vierde verklaring mogelijk: dat mensen na een lang proces van innerlijke groei en rijping dermate persoonlijk worden, dermate zelfstandig en origineel, dat zij geen expliciete religie en religieuze taal en beleving nodig hebben om een levensbeschouwing en levenswijze gestalte te geven die niettemin het beste van hedonisme, filosofie en religiositeit inéén vat? Misschien zijn er wel veel zo’n mensen. Het is mogelijk om enerzijds een dermate diep geloof/vertrouwen te hebben in een ultieme Werkelijkheid die je verder absoluut niet wil omschrijven (filosofisch scepticisme en agnosticisme) waardoor dit filosofische geloof soms overgaat in mystieke ervaring, terwijl je anderzijds ethisch hoogstaand kan leven en toch ook de geneugten van het leven — de wijn in de gedichten van Khayyam — kan belijden en genieten.

Als voorbeeld van deze complexe (en eenvoudige) instelling kozen we hierboven enkele kwatrijnen waarin de drinkebroer, de filosoof en de mysticus aan het woord komen.

Deze laatste twee kwatrijnen dan om de religie van de liefde te onderschrijven. Religie die niet religie-van-de-liefde is… ‘hol geluid’:

Zonder Liefde en Gids zijn de wereld een rusteloze ronde, / maar als het hart instemt met de fluit wordt Deze gevonden. / Ik onderzocht de wereld rondom mij en vond ten lange laatste / dat die zaligheid de waarheid is, en de rest hol geluid.

Het compendium van het boek van de Waarheid is Liefde, / het leidmotief van de ode van de Jeugd is Liefde; / o domme mens, zo blind voor de wereld van de Liefde! / Hou dit voor de geest: de kern van het leven is liefde. 3


1,2,3 Mehdi Aminrazavi, The Wine of Wisdom, the Life and Poetry of Omar Khayyam, Oneworld, Oxford, 2005, pp. 90, 105, 109, 118, 133.