Helderheid — Nei riyong jing

De Nei riyong jing is een geschrift uit de zuidelijke Song-dynastie (China, 1127-1279). Vertaald is dat ‘Schrift voor Dagelijkse Praxis’. De exotische volle titel is eigenlijk Taishang laojun nei riyong miaojing: het ‘Wonderlijke Geschrift voor de Dagelijkse Praxis van de Allerhoogste Heer Lao’. De oorspronkelijke context van dit geschrift is moeilijk te achterhalen, de auteur is onbekend. Wat we wel weten is dat deze korte tekst een synthese biedt tussen twee types literatuur uit het taoïstische China: de ‘Helderheid-en-Stilte’-literatuur en de literatuur van de ‘Innerlijke alchemie’. In de vroege Middeleeuwen zochten Chinese taoïsten naar fysieke materialen die gezondheid of lang leven, zelfs onsterfelijkheid zou geven, maar heel wat ongelukken leidden tot een verinnerlijking van deze alchemie: het raffineren van de eigen lichaamsprocessen (ademhaling, spijsvertering enz.) Helderheid-en-Stilte was dan weer een stroming die vooral door meditatie probeerde de mens dichter bij het Dao te brengen. Hier is duidelijk de invloed van het boeddhisme en zijn innerlijke observatie (vipassana) te bespeuren.

De klemtoon in deze literatuur ligt op het feit dat het menselijke hart voortdurend geneigd is begeerten, gehechtheden en verslavingen op te wekken of te koesteren, die als een filter over onze waarneming van de werkelijkheid komen te liggen, waardoor wij deze heel vervormd beleven. Dit leidt tot verwarring en vertroebeling en onheilzame gemoedstoestanden en handelingen. We worden daarom uitgenodigd bewust te worden van de filter die we zelf over onze waarneming spreiden en de invloed van dit mechanisme te neutraliseren. Zoals de titel zegt moet deze verheldering de hele dag door beoefend worden, dus verbonden met de dagelijkse bezigheden. Wat we denken, voelen, doen en de uiterlijke dingen en omstandigheden in ons leven moeten we gaan observeren om te zien hoe onsubstantieel ze zijn, vergankelijk, afhankelijk, relatief — ‘leeg’. Ook het spontane functioneren van het ik moet dus herinnerd en gezien worden als iets dat uitermate fragiel en onzelfstandig is. Deze ‘observatie van de leegte’ van alles (guankong) brengt ons tot een groeiend inzicht in de spontane natuurlijkheid van het bestaan en brengt gegarandeerd een diepe innerlijke helderheid en stilte teweeg. Zo wordt onze innerlijke kracht (qi) steeds meer geraffineerd tot diepgang (of geest, sheng) en kunnen we ons steeds beter verenigen met het Dao.

Concreet nodigt deze tekst ons uit steeds opnieuw onze gedachtenmolen en begeerten te stillen, voor de eenvoud te kiezen bij wat we doen, om tot relaxatie te komen, stil te worden, te handelen in rust, zonder vooringenomenheid of obsessie. Deze emotionele en intellectuele stilte en zuiverheid verdiept zich geleidelijk aan, tot zij zich stabiliseert en eenheid met het Dao wordt. In plaats van de vele gedachten die zich aan ons opdringen en in hun spoor willen meeslepen, komt dan aandacht voor dat éne waar we mee bezig zijn, concentratie en ontspanning, vrijheid en vreugde. Eén zijn met de dingen, gebeurtenissen en mensen waar we mee omgaan leidt tot innerlijke eenheid en eenheid met het Ultieme, het Dao.

Zoek gedurende de twaalf dubbele uren van de dag voortdurend naar helderheid en stilte. De numineuze toren van het hart, leeggemaakt van alle dingen: dit heten we ‘helderheid’. Geen enkele gedachte laten opkomen: dit heten we ‘stilte’. Het lichaam is de woonplaats van innerlijke kracht (qi). Het hart is de woonplaats van onze geest. Als onze intentie bewogen wordt, wordt onze geest geagiteerd; wanneer onze geest wordt geagiteerd, wordt innerlijke kracht (qi) verstrooid. Als intentie stabiel is, blijft de geest geregeld; wanneer de geest rustig blijft, verzamelt innerlijke kracht (qi) zich. (…) Lopend en staand, zittend en liggend, men oefene voortdurend aandacht. (…) Als je de innerlijke gebieden kunt observeren, begint de geest van nature zich mee te delen. Dit is de verblijfplaats van leegte en niet-zijn, de plek waar je met de Wijzen kunt verblijven. (…) Elke dag dat je ermee ophoudt dit te beoefenen, zal er beslist letsel en ziekte ontstaan. Zoek dus gedurende alle twaalf dubbele uren van de dag voortdurend naar deze helderheid en stilte. Innerlijke kracht (qi) is de moeder van de geest; geest is het kind van innerlijke kracht (qi). Als een kip die een ei uitbroedt, bewaar de geest en voed de innerlijke kracht (qi). Dan zul je nooit meer gescheiden worden van het Wonderbaarlijke. 1

Wie verlangt er niet naar om door deze helderheid en stilte bevrijd te worden van de tirannie van de begeerten en de stormloop van gedachten, en zo vrij te worden voor wat is? Deze helderheid-en-stilte maakt ons open en liefdevol.