In het ene en het vele is Hij, alles doordringend — Shri Guru Granth Sahib

De basisgedachte van deze blog is dat alle religies op hun best pogingen zijn om de eenheid te laten zegevieren op de innerlijke, relationele, sociale, kosmische verdeeldheid. Dit is wellicht de diepste betekenis van religie, haar noodzaak en haar toekomst. Wij moeten onszelf zijn, maar wij moeten ook één zijn — anders gaan we ten onder aan twist en geweld.

Misschien heeft geen religie dit zo goed ingezien als die van de Sikhs. Guru Nanak (1469-1539) groeide op in het Indische subcontinent dat verscheurd was tussen hindoeïsme en islam, tussen één goddelijk principe en (heel) veel goden. Zijn diepste overtuiging was dat het niet beleven van de ultieme Eenheid van alles leidt tot verscheurende tweedracht. Positief geformuleerd: het intieme, allesomvattende bewustzijn van de goddelijke Eenheid van alles leidt ook sociaal tot onderlinge en universele eenheid en vrede onder mensen.

De Shri Guru Granth Sahib, de ‘Bijbel’ van de Sikhs, bevat een groot aantal liederen door Guru Nanak en zijn opvolgers gedicht. Dit volumineuze geschrift begint met de Mula Mantra, een cijfer en twee woorden: ‘Ikk oan kar’, letterlijk ‘1 werkelijkheid is’. Alle verdere bladzijden van het heilige Geschrift van de Sikhs bieden een variatie op dit thema: in alles en iedereen, overal en altijd is de enige (goddelijke) Werkelijkheid.

In het ene en in het vele is Hij, alles doordringend en doordrenkend. Waarheen ik ook kijk – daar is Hij. Het wonderlijke beeld van Maya is zo fascinerend; hoe weinigen begrijpen dit. God is alles, God is alles. Zonder God is er niets, geheel niets. Als een draad die honderden en duizenden parels samenhoudt, zo is Hij geweven in zijn schepping. De golven van het water, het schuim en de bellen zijn niet onderscheiden van het water. Deze gemanifesteerde wereld is het dartele spel van de opperste Heer, God. Als we er ons over bezinnen, zien we dat het niet onderscheiden is van Hem. Valse twijfel en dromen – de mens gelooft graag in hen. De Guru heeft mij onderwezen om te trachten altijd goed te doen, en mijn ontwaakte geest accepteert dit. Zegt Nam Dev: Zie de Schepping van de Heer en overweeg haar in je hart. In elk en ieder hart en diep binnenin de kern van al wat is, is de Ene, de Heer. 1

Deze tekst bezingt het: de hele wereld is ‘het spel van de opperste Heer’, alle verschijnselen zijn sluiers voor diens Aanwezigheid, die Deze tegelijk verhullen en daarmee tonen. Twijfel koesteren en ijdele dromen najagen is zinloos. We kunnen de ‘Schepping van de Heer’ waarnemen. We kunnen goed handelen, omdat in alle broers en zussen de Aanwezige zich geeft en uitnodigt.

Je hoeft deze ultieme Eenheid niet ‘God’ te noemen, maar de eenheid (intermenselijk, universeel) niet dienen is goddeloos leven. Eenheid stichten is uitbreken uit de gevangenis van het egoïsme en ervaren dat God alles is en dat alles God is. Deze eenheid uitdragen in eigen kring en de global community is een belangrijke zending.

Kortom: religie wil verbinden, religie zou moeten verbondenheid bewerkstelligen. In een tijd van religieuze verdeeldheid tussen moslims en hindoes probeerden de Sikhs eenheid te brengen. Guru Nanak en zijn opvolgers schreven ontelbare vele hymnen — die later de Bijbel van de Sikhs vormden — waarin zij de eenheid van al wat is bezongen. Voor hen is God zelf deze eenheid, zoals een draad vele parels aaneenrijgt, of een oceaan vele druppels verzamelt. De dagelijkse wereld is een pantomime-spel van God. Hij zelf is het die in alles optreedt: personages, publiek én spel tegelijk. De uitnodiging is hem te vereren in alles. Deze eenheid dienen, is God-dienen; deze eenheid kwetsen is de diepste vorm van a-theïsme.


1 Khalsa Consensus Translation, Shri Guru Granth Sahib, Raga Asaa, sectie 8, par. 139.