Hebben staat zijn in de weg — Jan van het Kruis

Jan van het Kruis staat bekend als de heilige van de onthechting, van de ascese. Niets is meer onterecht. Hij is de heilige van het genieten, het genieten van God en het genieten van de dingen. Het is omdat we ten volle en ten diepste zouden kunnen genieten, dat hij zoveel over onthechting spreekt. Dat is een sterke paradox.

Het is duidelijk dat de Spaanse mysticus de mysticus van het verlangen is, meerbepaald van de ontwikkeling en verdieping van het verlangen. Hij wil niet dat we ophouden te verlangen, maar dat we integendeel dieper of hoger mikken met ons verlangen. De negatieve begeerte (concupiscencia) moet omgezet worden in positief verlangen (deseo). Jan erkent dat begeren (apetito) de basisdrijfveer van de mens is, een drijfveer die niet vernietigd maar gebruikt moet worden. We moeten juist leren verlangen, leren op de juiste manier verlangen.

Begeerte is een vorm van iets willen dat ons naar buiten trekt, naar de dingen, en dat ons uitput. Net als de Boeddha beklemtoont hij dat de begeerten ons uitzuigen, leegzuigen, ons altijd opnieuw onrust bezorgen en krachteloos maken. Begeerten beloven ons veel genoegen, maar beletten ons diepe rust en vrede. Men moet altijd opnieuw voor hen werken en ze maken ons koud en harteloos ten opzichte van onze medemens. Ze willen altijd méér en dus ook onze aandacht en onze middelen, zodat we geen aandacht en middelen over hebben voor de medemens. De immigratiecrisis, de sociaal-economische crisis, de ecologische crisis waar de mens inzit heeft grotendeels te maken met deze heb-zucht die uit het onbeheerste begeren van de mens voortkomt. Het vele begeren (apetitos) naar goederen — een verwarmd zwembad met pool house, een vliegtuigreis naar Bali, een nieuwe handtas of extra paar sportschoenen, een nog scherper tv-scherm enz. enz. — verteert ons vlees, onze inkomens en onze solidariteit met elkaar, lokaal en internationaal. Er is maar één antwoord op de welvaartscrisis die we doormaken, en dat is: eenvoud. Verminderen in begeren, zodat we kunnen vermeerderen in delen en solidariteit.

Daartoe moeten we volgens Jan van het Kruis ons begeren louteren (purgar), er nee tegen zeggen (negar), genezen (curar) en bevrijden (liberar) van onze vraatzucht. Het vele begeren naar spullen en ervaringen moeten we leren ombuigen tot verlangens (deseos) die echt goed zijn voor onszelf en voor elkaar, tot het ene verlangen van de liefde. De talrijke bloedzuigerbegeerten moeten we ombuigen tot de basisverlangens van eenvoud, rust, innerlijke en uiterlijke vrede, harmonie, schoonheid, vreugde. Voor Jan van het Kruis gaat het erom dat we langzaamaan leren verlangen naar de liefde, de universele liefde, de liefde van God — het Ultieme, Dat wat er toe doet. Dat we leren verlangen wat ‘God’ verlangt: dan zullen we zowel innerlijk vrijer en gelukkiger zijn, als uiterlijk empathischer en liefdevoller en méér met elkaar verbonden en solidair zijn.

Maar alleen de ervaring van of het geloof in een groter genot kan ons ertoe bewegen geringer genot prijs te geven, en daarom moet we de mystici lezen, die ons duidelijk maken wat een verrukking, genot, smaak en heerlijkheid (deleite, gozo, gusto, gloria) er ons te wachten staat als we loslaten en ons prijsgeven aan het Ultieme. Groter genieten bestaat niet.

Rest ons nog hier te zeggen, dat deze gelukkige nacht [van de onthechting] de geest weliswaar verduistert, maar alleen om hem licht te geven in alle dingen. Hij maakt de geest deemoedig en ellendig, maar alleen om hem te verheffen en op te richten. Hij maakt hem arm en leeg van alle bezit en natuurlijke gehechtheid, maar enkel opdat hij zich op goddelijke wijze kan uitstrekken om alle dingen van boven en van beneden te genieten en te smaken, met in alles een algehele vrijheid van geest. (Donkere nacht, II, 9,1)

De kern van het leven is liefde — Omar Khayyam

Omar Khayyam plaatst ons voor een fenomeen dat heel interessant is: een levenswijze waarbij de grens tussen genotzucht, filosofische levenskunst en mystieke religiositeit vervaagt. Khayyam werd geboren in het actuele Noord-Iran in 1048 en stierf in 1131. Hij ontwikkelde zich tot een belangrijk wiskundige, astronoom, filosoof en dichter. Het is de Engelse dichter Edward FitzGerald die zijn kwatrijnen meesterlijk vertaalde en bekend maakte in de twintigste eeuw.

Reeds tijdens zijn leven was de poëzie van Khayyam controversieel. Het lijken filosofisch getinte drinkebroerliederen, die heel divers kunnen geïnterpreteerd worden:

Gezien we over waarheid noch zekerheid beschikken / verspil je leven niet in twijfels over een sprookjesland! / O laat ons de beker wijn niet weigeren, / want, sober of dronken, we verkeren enkel in onwetendheid.

Ik ben niet goed voor de moskee en al evenmin geschikt voor de Kerk, / ach God alleen weet welk soort klei ik ben. / Geen geloof, geen weelde, geen hoop op een paradijs; / ik ben als een huiselijke hoer en als een heidense landloper. 1

Is dit eerder laag-bij-de-grondse oppervlakkigheid, of filosofisch epicurisme en scepticisme, of verdoken mystieke poëzie zoals bij soefi’s als Hafiz en Saadi?

Sommigen brengen ons naar hier, anderen leiden ons weg, / maar waarom dat schouwspel moet, dat zeggen ze nooit erbij. / Ach Heer! Geef me deze éne genade: het hart dat ik van U kreeg berg ik weer bij U.

De wereld is een schets die onze fantasie tekent in de lucht / deze authentieke waarheid wordt gezien met wijsheid’s ogen. / Daarom: blijf rustig, geboeid door de genade van de Meester, / ver van fantasieën en al hun leugens.

HIJ IS en niets dan Hem bestaat — dat weet ik. / Deze waarheid is wat het boek van de schepping toont. / Toen het hart leerde zien door zijn Licht, / veranderde goddeloze duisternis in gelovige gloed. 2

Tegen de eerste en tweede interpretatie voert men aan dat in zijn filosofische geschriften een vrij orthodox theïstisch geloof lijkt gehuldigd te worden en dat Khayyam ooit een pelgrimstocht naar Mekka maakte om zijn orthodox geloof te bewijzen (?). Het zou FitzGerald aangewreven worden dat hij het hedonistisch scepticisme al te zeer in de verf zette met zijn vertaling. Maar tegen de derde verklaring pleiten expliciete verzen van Khayyam zelf, net als het feit dat grote soefi’s zoals Shams van Tabriz of Attar niets moesten hebben van Khayyam.

Misschien is een vierde verklaring mogelijk: dat mensen na een lang proces van innerlijke groei en rijping dermate persoonlijk worden, dermate zelfstandig en origineel, dat zij geen expliciete religie en religieuze taal en beleving nodig hebben om een levensbeschouwing en levenswijze gestalte te geven die niettemin het beste van hedonisme, filosofie en religiositeit inéén vat? Misschien zijn er wel veel zo’n mensen. Het is mogelijk om enerzijds een dermate diep geloof/vertrouwen te hebben in een ultieme Werkelijkheid die je verder absoluut niet wil omschrijven (filosofisch scepticisme en agnosticisme) waardoor dit filosofische geloof soms overgaat in mystieke ervaring, terwijl je anderzijds ethisch hoogstaand kan leven en toch ook de geneugten van het leven — de wijn in de gedichten van Khayyam — kan belijden en genieten.

Als voorbeeld van deze complexe (en eenvoudige) instelling kozen we hierboven enkele kwatrijnen waarin de drinkebroer, de filosoof en de mysticus aan het woord komen.

Deze laatste twee kwatrijnen dan om de religie van de liefde te onderschrijven. Religie die niet religie-van-de-liefde is… ‘hol geluid’:

Zonder Liefde en Gids zijn de wereld een rusteloze ronde, / maar als het hart instemt met de fluit wordt Deze gevonden. / Ik onderzocht de wereld rondom mij en vond ten lange laatste / dat die zaligheid de waarheid is, en de rest hol geluid.

Het compendium van het boek van de Waarheid is Liefde, / het leidmotief van de ode van de Jeugd is Liefde; / o domme mens, zo blind voor de wereld van de Liefde! / Hou dit voor de geest: de kern van het leven is liefde. 3


1,2,3 Mehdi Aminrazavi, The Wine of Wisdom, the Life and Poetry of Omar Khayyam, Oneworld, Oxford, 2005, pp. 90, 105, 109, 118, 133.