Zeg dan: ‘Liefde’… — Cloud of Unknowing

God is niet te kennen met het menselijke verstand. Dat is duidelijk. Maar de liefde kent hem.

De logica van deze anoniem gebleven Engelsman uit de tweede helft van de 14e eeuw is ontstellend eenvoudig. Als God liefde is zoals de Bijbel leert, dan kunnen we God alleen naderen door lief te hebben. Dit is per slot van rekening niet méér dan een echo van de eerste Johannesbrief: ‘Wie liefheeft, kent God. Wie God niet liefheeft, kent God niet’ (cfr. 1 Joh 4,7-8). Net als alle andere religies is ook het christendom er zeker van: God = liefde. Indien Hij/Zij/Het geen liefde zou zijn, dan zou het God niet zijn — of alleszins oninteressant.

Maar nu zul je mij vragen: Hoe moet ik over God zelf denken, en over wat Hij is? En dan kan ik je enkel maar antwoorden: Ik weet het niet. Want met deze vraag heb je mij in dezelfde duisternis gebracht, dezelfde wolk van niet-weten, waarin ik jou hebben wil. Want wij kunnen door Gods genade alles weten over alle mogelijke andere zaken, en wij kunnen daarover ook nadenken, zelfs over Gods eigen werken; maar over God zelf kan niemand denken. Daarom schuif ik alles wat ik kan denken terzijde, en kies voor mijn liefde datgene uit wat mijn denken te boven gaat. Waarom? Omdat Hij wel bemind kan worden, maar niet bedacht. Door de liefde kan Hij gevangen en vastgehouden worden, nooit door de gedachte. Hoewel het daarom misschien goed kan zijn zo nu en dan heel bijzonder te denken aan Gods goedheid en heerlijkheid, hoewel dit de geest verlichten kan, en hoewel dat deel kan uitmaken van de beschouwing, toch moet dat, in het werk dat nu voor ons ligt, onderdrukt worden en bedekt met een wolk van vergeten. En je moet er resoluut en vastberaden, met een toegewijde en vurige liefde, overheen stappen, en proberen de duisternis die boven je hangt te doorboren. Tref die zware wolk van niet-weten met de felle pijl van je verlangende liefde, en laat in geen geval ooit de gedachte om op te geven bij je toe. 1

Ieder mens verlangt ernaar deze God, deze Liefde te ervaren, hem/haar/het in zich te laten doordringen, te ontwáken ervoor. Toch wanneer hij of zij geen rem zet op zijn verlangen. Die God is eenvoudig te bereiken, zegt de schrijver van de Wolk beslist. De Liefde is niet te bereiken door denkinspanningen of wat ook, maar door je liefde erop te richten, want liefde verbindt toch met Liefde? Het Mysterie is hopeloos ondoordringbaar met ons verstand, maar omdat het Liefde is, heeft onze liefde er onmiddellijke toegang toe. Het is enkel een illusie van het verstand dat de goddelijke Liefde van ons gescheiden zou zijn en door allerlei moeilijke denk- of meditatieoefeningen moet naderbij gehaald worden. Het hart mag ‘weten’ dat het altijd één met Haar is.

Helaas murwt ons verstand zich altijd tussen onze liefde en de goddelijke Liefde, en daarom is helaas en paradoxaal genoeg… ietwat denken nodig om het denken te misleiden, of te herleiden. Dat is de functie van ‘meditatie’, dagelijks of regelmatig, formeel op een kussen of gewoon tijdens het strijken. Dat laatste is natuurlijk wat minder ‘bijzonder’… maar wellicht ook minder narcistisch.

Het is de ervaring van alle grote meditatieleraars ter wereld: je moet de stok van het denken gebruiken om hem daarna in het vuur van de liefde te werpen, waarna hij kan opbranden. Concreet betekent dit het herleiden van het vele denken tot één gedachte, tot één flits van intuïtie, tot één dieper weten:

Als je dit streven in één woord wilt samenvatten om het zodoende gemakkelijker vast te houden, neem daarvoor dan een kort woord, liefst van één lettergreep. Hoe korter het woord hoe beter, want dan lijkt het meer op de werking van de heilige Geest. Een woord bijvoorbeeld als ‘God’ of ‘liefde’. Kies een van deze woorden, of misschien nog een ander, als het maar niet meer lettergrepen heeft. En plant dit woord stevig in je hart, zodat het daar steeds aanwezig is, wat er ook gebeuren mag. Het zal je schild en je speer zijn in vrede en in strijd. Met dit woord zal je alle gedachten onder de wolk van vergeten wegdrukken. Zo zelfs, dat dit ene woord een voldoende antwoord zal zijn, als je ooit in de bekoring mocht komen om te gaan nadenken wat je nu eigenlijk zoekt. En als je soms door zou willen gaan met geleerde gedachten over de betekenis en de samenstelling van dat woord, houd jezelf dan voor dat je het helemaal hebben wilt, niet in stukken en brokken. Als je maar volhoudt zal die gedachte zeker verdwijnen. En waarom? Omdat je zodoende voorkomt, dat hij steun zoekt bij die behulpzame overwegingen waarover wij boven spraken. 2

Dit één-woord-gebed of deze éénpuntige aandacht kunnen we best laten dragen door een kort woord, het woord ‘God’ of ‘liefde’, stelt de Cloud voor. Het eerste omdat we er ons toch niets kunnen bij voorstellen, het tweede omdat het reeds het wezen van het Ultieme uitdrukt. Natuurlijk kunnen we bekoord geraken om toch iets te denken over ‘God’ en onze beelden van ‘liefde’ op Hem/Haar/het te leggen. Die gedachten en beelden moeten we altijd weer afkappen en terugkeren in de wolk van het niet-weten om enkel maar lief te hebben. Dit is de eenvoud en de radicaliteit van het gebed/de meditatie.


1,2 André Zegveld, De Wolk van Niet-Weten, Gottmer, Nijmegen, 1974, hfdts. 6en 7.