Kringen naar het centrum halen — Hierocles

De Stoa of de stoïcijnen worden verkeerd voorgesteld als ongevoelige asceten. In feite huldigen zij een wereldbeeld waaruit een ethiek van tedere liefde voor de mens voortvloeit.

Voor hen net als voor de Chinezen is alles wat bestaat een of andere, intensere vorm van materie/energie. De mens heeft daarop dezelfde natuur als de kosmos; de eerste is de microkosmos, de tweede is de macrokosmos. Dat brengt een heel intieme eenheid tot stand tussen al wat is, over de grote ‘keten van het zijn’, van de nederigste materie tot de mysterieuze scheppende intelligentie die het al bestuurt, de Rede, de Natuur, of ook wel God. Deze Natuur is pure wording en verandering; het is aan ons om goed te vinden wat zij goed vindt (en ongetwijfeld te veranderen wat wij kunnen: ook wij zijn die Natuur). Het zorgt volgens de stoïcijnen voor een ‘kosmische sympathie’ tussen al wat bestaat.

Bij de stoïcijn Hierocles (tweede eeuw n.C.) vinden we dan ook (als heel mooie tegenhanger van het boeddhistische tonglen) een meditatiemethode waarbij men de eigen kring steeds verder uitbreidt tot uiteindelijk het heelal opgenomen wordt in de binnenste kern van het eigen hart:

Ieder van ons is als het ware geheel omgeven door vele kringen, sommige kleiner, sommige groter, waarbij de laatsten de eersten omsluiten, op grond van hun verschillende en ongelijkwaardige instellingen ten opzichte van elkaar. De eerste en meest nabije kring is die welke een persoon getrokken heeft rond het centrum van zijn eigen hart. Deze kring omvat het lichaam en al wat wordt tot zich genomen terwille van het lichaam; het is een cirkel met de virtueel allerkleinste straal, bijna niet veel groter dan het middelpunt zelf. Vervolgens, de tweede kring, verder verwijderd van het centrum, maar de eerste kring in zich omsluitend; deze kring omvat ouders, familieleden, vrouw en kinderen. … De buitenste en grootste kring, die al de rest omvat, is die van het hele menselijke geslacht. 1

Leven is dus medemenselijkheid inoefenen, steeds inniger mensen naar zich toehalend, steeds verder zijn liefdesfeer laten uitdeinen over de mensheid:

Het is de taak van de goed ingestelde persoon om in het juist behandelen van elke groep de kringen op één of andere manier samen naar het centrum te halen, en om vol ijver te proberen wie zich in omsluitende kringen bevinden te verplaatsen naar ingesloten kringen. 2


1,2 Hierocles, ap. Stobaeus 4.671, 7, in A. Long – D. Sedley, The Hellenistic Philosophers, Cambridge University Press, Cambridge, 1986, 57G., p. 349.