Ware kalmte — Wangshu Daoren

Mediteren: zo moeilijk voor de complexe mensen die we zijn… De daoïst Wangshu Daoren (lett. reiziger-naar-het-Begin) uit de zeventiende eeuw behoorde tot een stroming in de Chinese spiritualiteit — de ‘Drie Leren’ — die er helemaal geen graten in zag om tegelijk het beste van het daoïsme, het confucianisme en het boeddhisme te verenigen in één visie. Er waren genoeg tijdgenoten die tot één van deze drie religies behoorden die afschuw hadden van zo’n ‘syncretisme’, maar daar had Wangshu geen last van. Syncretisme wordt in alle religies met afkeer benaderd: alles op een hoopje gooien (‘syn-‘), dat kan toch niet goed zijn? Er zijn dus duidelijk mystici die geen enkel dogmatisme kennen en het integendeel heel aangewezen vinden om het beste van andere religies te integreren in de eigen religie. 1 Wat vandaag ‘multiple belonging’ wordt genoemd (en ook niet zonder slag of stoot), is dus helemaal niet zo nieuw.

In een heel mooie verhandeling heeft Wangshu het over innerlijke rust. De soefi mysticus Ahmad Al’Alawi zegt ergens aan een bezoeker dat de finale mystieke vereniging voor héél weinigen is weggelegd, maar dat velen toch tot een heel diepe innerlijke rust kunnen komen. Wijze woorden… Wangshu Daoren nodigt ons precies uit tot de weelde van die innerlijke rust. Innerlijke rust is de meest toegankelijke vrucht van meditatie. Mediterend staan we stil bij de onrust die ons dagelijks hollen achter zoveel dingen en belevingen met zich meebrengt.

Als je wordt gekluisterd door materiële verlangens, heb je het gevoel dat je leven zielig is; maar als je jezelf onderdompelt in de essentiële realiteit, voel je dat je leven plezierig is. Als je weet dat het leven zielig is, worden materiële zintuigen onmiddellijk doorzien; als je weet dat het leven plezierig is, komt het rijk van de wijzen vanzelf. Als er geen materiële verlangens meer in je hart zijn, zijn ze als sneeuw gesmolten in de vlammen van een oven, als ijs gesmolten in de zon. Wanneer er spontaan een enkele open helderheid voor je ogen is, dan zie je dat de maan aan de blauwe lucht staat en zijn weerspiegeling in de golven. 2

Maar het stilstaan zelf — het mediteren — mag ook weer geen fetisj worden, want dan hollen we paradoxaal achter het stilstaan aan:

Ware leegte is niet leeg; vasthouden aan de verschijnselen is geen realiteit, maar ook de verschijnselen ontkennen is onwerkelijkheid. Hoe communiceerde Boeddha dit? “Wees in de wereld, maar buiten de wereld.” Het nastreven van verlangens is pijnlijk, maar dat geldt ook voor het helemaal stoppen van verlangen. Het is aan ons om ons met de juiste middelen te cultiveren. … Mensen concentreren zich tegenwoordig op het zoeken om geen gedachten te hebben, maar ontdekken dat hun gedachten uiteindelijk niet kunnen worden vernietigd. Blijf gewoon niet hangen bij de voorgaande gedachte, begroet de volgende gedachte niet; als je de huidige aanpassing aan de omstandigheden maar kunt gebruiken om door te breken, zul je op natuurlijke wijze geleidelijk aan het Niets binnengaan. 3

Hier spreekt dan de daoïst: mediteren is langzaamaan de leegte laten groeien in je, d.w.z. de ontvankelijkheid zonder voorkeur, zodat alles verwelkomd wordt. Dan kan de Grote Doorstroom plaats vinden in ons, die alle ikkigheid wegspoelt en plaats maakt voor het leven zoals het is — of God zoals ‘hij’ is — en voor de wereld met al zijn moois en lelijks. Dat is dan het ‘Zuivere Land’ van de bevrijding, van de innerlijke rust.

Er is een echte toestand in de menselijke geest die van nature kalm en aangenaam is, zelfs zonder muziek, van nature helder en geurig, zelfs zonder wierook en thee. Je kunt er alleen in zwemmen als de geest schoon is en de voorwerpen leeg zijn, als je zorgen vergeten zijn en het lichaam op zijn gemak is. … Als de geest extatisch is, vindt men zelfs in nederige omstandigheden de verzachtende energie van hemel en aarde. Wanneer u ten volle van dingen geniet, na eenvoudige kost, kent u de realiteit van eenvoud in het menselijk leven. Of je nu gebonden of vrij bent, het is allemaal in je eigen geest. Als de geest volmaakt wordt begrepen, is zelfs de wereldse wereld een puur land zoals ze is. 4


1 Quan Deyu, een daoïst uit de achtste eeuw, dicht aldus: ‘The Buddhists praise concentration and wisdom, /The Confucian masters manifest sincerity and brightness. /Though they may seem divided into three teachings, /For their guiding principle there are no two.’ Aangehaald in Jan De Meyer, Wu Yun’s Way. Life and Works of an Eight-Century Daoist Master, Brill, Leiden, 2006, p. 109.

2,3,4 Thomas Cleary, Back to the Beginnings. Reflections on the Tao, Shambala, Boston&London, 1990, pp. 116-117; 118; 121-123.

Plaats een reactie