Duisternis en licht — Ps.-Dionysius de Areopagiet

De religie van de liefde treedt overal op. Eén van de belangrijkste figuren van de christelijke traditie is de Syrische Dionysius de Areopagiet. Onder sterke invloed van het neoplatonisme heeft Ps.-Dionysius het heel vaak over de onkenbaarheid van het Ultieme en de mysterieuze kennis die paradoxaal in deze on-kennis schuilt. Dat is een constante in elke mystieke traditie in alle religies: het Ultieme is duisternis, maar in die duisternis welt een licht op (of is een licht) dat we kunnen waarnemen. Het Goddelijke is niet te kennen met het menselijke verstand, maar in die radicale on-kennis is toch een ander, mysterieus soort kennen mogelijk, een ‘licht’. Waar de menselijke ratio en zijn begrippen en woorden helemaal falen, is het mogelijk een ander soort kennis aan te boren, met het hart, in het hart, een supra-rationele kennis die oneindig veel meer voedend is dan de rationele kennis — mystieke kennis:

Voer ons omhoog, voorbij onwetendheid en licht, omhoog naar de verste, hoogste piek van mystiek geschrift, waar de mysteriën van Gods woord eenvoudig zijn, onvoorwaardelijk en onveranderlijk in de glansrijke duisternis van verborgen stilte. Te midden van de diepste schaduw storten zij overweldigend licht uit over dàt wat het meest geopenbaard is. te midden van het onbevroede en ingezien, vervullen zij geheel ons blinde denken met schatten die alle schoonheid te boven gaan. 1

Het is de wijsheid van de mystici, de radicale relativering van elke godsdienstige openbaring of doctrine. Alle menselijke spreken over het Goddelijke desintegreert in de mystieke on-kennis, en tegelijk ervaren we een nieuw soort kennis in de stilte en de duisternis, oneindig voller en gelukkig makender. Zo heeft Ps.-Dionysius de toon gezet voor een mystieke praxis waarin gelovigen bewust en vrijwillig de duisternis opzoeken in hun eigen geest in het vertrouwen midden in dat niet-weten een diepere vorm van kennen en ervaren van het Godsmysterie te vinden. 2

In enkele cruciale passages geeft Ps.-Dionysius de Areopagiet aan dat dit duistere licht of lichtende duister een geheim van liefde is. Het is de goddelijke liefde die de essentie van alles is, de dynamiek die alles doet draaien. Het Ultieme is liefde, goddelijke Eros die alles in beweging zet door het aan te trekken:

Deze ware verhandeling waagt het ook te zeggen dat de oorzaak van alle dingen wegens de overmaat van haar goedheid alles liefheeft, alles schept, alles voltooit, alles samenhoudt en alles tot zich keert – en dat de goddelijke Eros goed is vanwege de goedheid van het goede. (…) Terwille van de waarheid moet ook dit gewaagd worden te zeggen dat ook de oorzaak van alles vanwege de overmaat van haar liefhebbende goedheid in de voorzorg voor al het zijnde buiten zichzelf treedt en (…) daartoe dat zij in alles is. 3

Wat we te zien krijgen als we in het duister van het menselijke kennen het licht van een ander soort kennen ontwaren, is dat liefde het hart van de schepping is. Het mystieke kennen is dan ook het kennen door liefde. Alleen wie liefheeft ként, niet alleen zijn/haar evenmens, maar ook de kosmos en het Mysterie van de kosmos.


1 Ps.-Dionysius, The Complete Works, aangehaald in Andrew Harvey, Christelijke mystici. Uitspraken en gebeden, East-WestPublications, Den Haag, 2000, p. 67.

2 Het enige nadeel in deze visie is zijn neoplatonisch kader, dat bijgedragen heeft aan een dualistisch, antilichamelijk denken.

3 Ps.-Dionysius, De divinis nominibus, c. 4, n. 10 en 13, geciteerd in Jan Aertsen, Eros en Agapè: twee godennamen bij Dionysius de Areopagiet, in Rudi te Velde, In het spoor van Plato’s Symposium. Eros in de westerse cultuur, Valkenhof Pers, Nijmegen, 2010, pp. 51 en 54.

Plaats een reactie